vrijdag 18 mei 2018

De tweede Giro-week was voor de jonkies


Matej Mohoric na zijn etappe zege in rit 10.
Houdt u zichzelf nog eventjes in toom voor de derde week in deze editie van de Giro d’Italia, want voordat de ultieme apotheose van deze ronde kan beginnen, kregen we deze tweede Giro-week nog een lekker voorafje met een paar heerlijke ritten. En zoals we dat van de Italianen gewend zijn kregen we in het tweede weekend de beloofde aankomsten bergop en dat is altijd iets om naar uit te kijken.

Zo begonnen we verleden week zaterdag met de achtste etappe van Praia a Mare naar – let u even op deze fantastische aankomstnaam – de Montevergine di Mercogliano. Als je je bedenkt dat hier in het jaar 2011 – uit mijn hoofd – een Belg won (Bart de Clerq) dan krijg je toch bijna schaamtegevoelens als organisatie zijnde, met alle respect voor deze Belg. Dat was en is geen groot renner. En zo gingen we allemaal op het puntje van onze stoel zitten toen de (bijna) net zo onbekende Nederlander Koen Bouwman als laatste overbleef van de kopgroep van de dag. Hij demarreerde op ongeveer drie kilometer onder de top en we hebben allemaal even geschreeuwd en getierd toen hij op 1200 meter werd ingerekend door de latere winnaar Richard Carapaz. Iets met de wens is de vader van de gedachte… We wilden het allemaal zo graag dat het Bouwmannetje triomfeerde op deze mythische berg der ‘onbekende renners’. Onbekend is onbemind, maar we zijn toch allemaal een beetje gaan houden van deze nog jonge Nederlander na deze etappe. Overigens was Carapaz de eerste renner uit Ecuador die een rit in de Giro wist te winnen. Slechts 24 jaar jong.

De volgende dag reden we naar de top van de Gran Sasso d’Italia en daar won de leider van de race, Simon Yates. Punt, basta! (Wat gaat Tom Dumoulin daar nog een kluif aan hebben). Hierna mochten de heren renners even een dag uitrusten en dat mocht ook wel. De eerste rustdag was namelijk meer en reisdag voor het p&p (peloton en personeel).

En daags na de rustdag is het altijd op je hoede zijn als bankzitter, Giro-volger en Kroon-van Belleghem fan. Een goed stel trouwens. Want hupsakee, direct vanuit het vertrek was het een kilometer of 12 klimmen en daar werd de nummer 2 van het klassement – Esteban Chavez – gelost en werd vergezeld door een pak sprinters waaronder Elia Viviani. Zij probeerden uit alle macht nog terug te rijden, maar het gat werd 2,3,4,5,6… bijna 26 minuten na 244 kilometer koers. Het was de jonge talentvolle Matej Mohoric die de kussen van de Italiaanse ronde missen in ontvangst mocht nemen na de etappe en het was de altijd stralende en glimlachende Chavez die nu een potje mocht gaan huilen na de finish. Gelukkig kon de winnaar van de Etna het één en ander relativeren en realiseerde hij zich dat hij in de Giro was.

De journalisten van de plaatselijke gazzetta mochten na de 11e etappe iets schrijven over het eerbetoon aan ‘hun Michele’ Scarponi. Het peloton reed namelijk door de plaats (Filottrano) waar hij verleden jaar op 22 april werd aangereden en even laten tot overlijden kwam. Een gedenkwaardige etappe waarin de Italianen nogmaals laten zien dat zij meesters zijn in het eren van hun helden. Verder konden de journalisten schrijven over de ritwinst – wederom – van de ‘Maglia rosa’ Yates. Dumoulin eindigde knap tweede op twee tellen, maar staat wel op 47 tellen in het klassement.  

Tot slot eindigden de laatste twee dagen in een spurt die werden gewonnen door de vaste hoofdrolspelers van het sprintersbal, namelijk Sam Bennett en Elia Viviani. Danny van Poppel werd respectievelijk tweede en derde en we zouden het met zijn allen knap vinden als hij nog een etappe kan winnen! Morgen gaan we naar de Monte Zoncolon en ik zou zeggen: Als u nu eens een klim van formaat wil zien dan moet u morgen kijken.

Ciao bella!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Werk uit mijn archief (2016-2018)

In deze post verschillende projecten en werken waar ik het meest trots op ben.  In chronologische volgorde.  2016 Marketingcommunicatiep...